Wij zijn specialist in meettechniek, of het nu gaat om data acquisitie, displays, handmeters, infrarood temperatuurmeters of klimaatsensoren, wij staan voor je klaar!
We geven je ook graag advies en tips voor het goed meten van Aw-waarde (wateractiviteit).
Ben je nog niet helemaal bekend met wat Aw-waarde is en wat het voor jouw bedrijfsproces kan betekenen? Lees dan eerst ons Blog ‘ Wat is Aw-waarde of wateractiviteit?’
- Algemene tips voor Aw-waarde meten
- Product voorbereiding voor samples
- Reiniging van de Aw-meter
- Kalibratie van de Aw-meter
- Problemen bij kalibratie
- Gebruik van filters
1. Algemene tips voor Aw-waarde meten
- Laat de Aw-meter dag en nacht aan;
Onze Aw-meters zijn ervoor gemaakt om 24 uur per dag aan te staan, zodat je op elk moment een meting kunt uitvoeren.
- Maak na gebruik de meetkamer leeg;
Maak na elke meting de meetkamer leeg, schoon en droog voor het behoud van de meetcel.
- Verricht altijd een meting met een sample op kamertemperatuur;
Zorg dat je sample in een afgesloten sample cup op kamertemperatuur is. Daarmee versnel je de meettijd.
- Zorg voor een representatieve meting;
De Aw-waarde mag niet meer wijzigen na stabiliteit. Gebeurt dit wel, dan is je meting minder nauwkeurig.
- Kies de juiste meetstand;
5 minuten op stand AVERAGE is een veilige stabiliteitsparameter, wil je dit aanpassen ga naar: CHAMBER SETTINGS > STABILITY MODE.
- Let op voor schijnstabiliteit!
Bij een FAST modus moet de Aw-waarde minimaal 2 minuten stabiel zijn, pas dan geeft de meter een signaal dat hij klaar is. Heb je een sample dat minder hygroscopisch is of veel vet bevat, dan zul je zien dat Aw-waarde blijft oplopen. Je kunt dan beter voor een langere meettijd kiezen.
- Kies de juiste duur van je meting;
De duur van je meting is bepalend voor de nauwkeurigheid van je meting. Hetzelfde sample kan op een FAST-meting een aanzienlijke afwijking vertonen ten opzichte van een SLOW-mode. Bepaal zelf in hoeverre dat de nauwkeurigheid van belang is voor je meting.
2. Product voorbereiding
Voor je je meting start zijn er een aantal zaken waar je op moet letten. Als je onderstaande punten in acht neemt is een goede voorbereiding het halve werk en lopen je metingen soepel.
- Snijd je sample in kleine stukjes zodat er meer oppervlakte ontstaat. Het vrije water kan dan makkelijker uit je product vrijkomen voor de meting.
- Blender een samengesteld product kort (max. 15 seconden anders ontstaat er warmte), om het sample een homogene structuur te geven voor een representatieve meting.
- Gebruik geen vijzel, dit onttrekt namelijk vocht uit je sample!
- Vul de sample cup maximaal tot het streepje, dat is ongeveer driekwart. Wanneer je de sample cup te vol doet kun je de sensor mogelijk beschadigen. Ook kan er restproduct aan het filter of de meetcel blijven hangen waardoor je meting beïnvloed wordt.
- Mocht je veel metingen hebben en wil je deze al voorbereiden? Doe dan het deksel op de sample cup zodat je sample niet uitdroogt of juist vocht aantrekt. Laat voorbereide samples niet langer dan één dag staan!
- Laat alle samples in een afgesloten sample cup op kamertemperatuur komen vóór je een meting start.
3. Reiniging van de Aw-meter
Aw-meter
- Reinig je Aw-meter altijd met een vochtige doek met water. Gebruik geen alcohol en/of reinigingsmiddelen, dat is beter voor het behoud van je meter.
Meetkamer
- Maak de meetkamer na iedere meting leeg en verwijder eventuele resten van een sample.
- Reinig de meetkamer enkel met een vochtige doek met water. Nogmaals: Gebruik geen alcohol en/of reinigingsmiddelen, dit kan de meetcel aantasten.
- Controleer de afdichtingen (de ringen) van de meetkamer, deze moeten goed afsluiten zodat de meetkamer op temperatuur blijft tijdens een meting.
Sample cup
- Een gebruikte sample cup kun je eenvoudig hergebruiken. Na gebruik reinigen met water en vervolgens goed drogen. Niet reinigen met alcohol!
Is je sample cup verkleurd, gooi hem dan weg en gebruik een nieuwe, zo voorkom je meetfouten.
4. Kalibratie van de Aw-meter
Een goed onderhouden meter moet regelmatig gekalibreerd worden. Ons advies is om maandelijks op minimaal 2 punten een kalibratie uit te voeren binnen je meetgebied. Zo weet je dat wat je meet ook de juiste waarden zijn.
Visuele inspectie
- Kalibratie standaard (SALT ook wel Kalibratie zout genoemd ); dit is een samenstelling van elementen en vloeistof. Hoe lager de waarde van de kalibratiestandaard, hoe droger deze is. Kalibratiestandaard 6 bevat dus weinig water.
- De kalibratiestandaard mag geen lekkage vertonen en moet aan de buitenkant droog zijn. Een ‘zweet’ druppel kan wel voorkomen.
- Een klonterige kalibratiestandaard is niet erg. Schud de kalibratiestandaard voorzichtig zijdelings tot het zout weer een beetje opgelost is.
- Bewaar de kalibratiestandaarden in de originele luchtdichte bewaarunitsDraai de deksel stevig dicht en leg ze horizontaal in het meegeleverde koffer. Zo gaan ze langer mee.
Hoe moet je kalibreren
- Zet de stabiliteitsparameters op juiste waarde: stand SLOW (De LabMaster Neo doet dit automatisch zodra je de kalibratiestandaard scant), of laat ze minimaal 45 minuten stabiliseren.
- Verwijder het filter uit de meter. Een filter kan een vertekend beeld geven van de meting en een incorrecte justering veroorzaken. Het verwijderen van het witte filtertje bij de Swift en Touch is minder belangrijk. Verwijder deze alleen als deze zichtbaar vervuild zijn.
- Stel de meter in op 25 °C. (Met uitzondering van de Labswift, deze kan niet verwarmen en koelen en is dus niet instelbaar op temperatuur)
- Zorg dat de kalibratiestandaard geen klontjes bevat. Is dit wel het geval, schud hem dan voorzichtig zijdelings tot het zout weer een beetje opgelost is.
- Ga naar het kalibratiemenu en doorloop alle stappen. De meter justeert dan de sensor. De sensor wordt dan softwarematig op de juiste waarde bijgesteld.
Let op! Bij het kalibreren geeft het meetinstrument de meest voor de hand liggende kalibratiewaarde. Dit kan in sommige gevallen een andere waarde zijn dan de kalibratiestandaard waarmee je gekalibreerd hebt. Selecteer dus het juiste punt dat refereert aan je kalibratiestandaard
Het kalibreren van de Labmaster Neo wijkt iets van van de procedure van onze andere Novasina AW meters.
De kalibratiezouten hebben een ingebouwde RF-Chip welke te scannen is rechts naast de meetkamer. Scan het kalibratiezout volg de instructies op het scherm. Je kunt er voor kiezen het kalibratiezout te verifiëren maar ook om rechtstreeks voor kalibratie te kiezen. Middels deze weg zal hij bij afronding een automatische justering doen.
Let op; Bij de keuze van verificatie gaat de meter het zelfde proces doorlopen en stelt daarna de vraag of je de gemeten waarde wil justeren, dit bevestig je met OK. Hierna verschijnt de vraag of je de andere meetpunten wil verwijderen, negeer deze melding door op NEE te drukken!
Mocht de RF-ID chip niet werken, neem dan contact met ons op voor een nieuwe chip of kalibratie zout. Het is reeds bekend dat de RF-ID’s van de hogere SALT waardes af en toe niet werken.
Advies: 1x per maand
- Kalibreer minstens één keer per maand op minimaal twee punten in de buurt van de waarden waarin je meet. Is het meetgebied groter dan de twee punten? Neem dan het kalibratiepunt mee dat binnen je meetgebied valt.
- Je kunt op de meter instellen dat je een herinnering wilt voor de maandelijkse kalibratie.
- Ga naar: CHAMBER SETTINGS > SENSOR CALIBRATION… > WARNING EXPIRED CALIBRATION, en geef daar aan na hoeveel dagen je een herinnering wilt krijgen.
- Als je na het kalibreren een afwijking hebt vastgesteld en deze is meer dan 0.006 dan moet je het gehele kalibratieprogramma doorlopen en de meter justeren.
- Is je afwijking boven de 0.01 en is dat al meerdere keren voorgekomen? Maak dan een afspraak, we helpen je graag bij het oplossen.
Advies: 1 per jaar
- Wij adviseren je om je Aw-meter minimaal één keer per jaar te laten kalibreren en of onderhouden door onze eigen kallibratie afdeling. Uiteraard is dat met certificaat! Wij controleren niet alleen de meter en de meetcel maar meten ook jullie kalibratiestandaarden met onze referentiestandaarden.
- Stuur daarom ALTIJD jullie zouten mee. Deze worden ook vermeld op het certificaat en deze zijn van cruciaal belang om door het jaar zelf goed te kunnen blijven kalibreren!
Controle van Filters na kalibratie
Het gebruik van filters is van groot belang voor het behoud van de meter en meetcel.
Een filter zorgt voor bescherming tussen het sample en de cel. Maar door gebruik raakt deze verzadigd en of vervuild waardoor dat metingen afwijken. Door tijdens het kalibreren het filter te verwijderen zorg je er voor dat er geen extra afwijking mee gejusteerd wordt in de meter. Het advies is na kalibratie van bij voorbeeld SALT75 het zout in de meter te laten zitten en de filter weer terug te plaatsen. SALT75 moet bij 25°C een waarde geven van 0,753. Als je het filter terug plaats en minimaal 30 minuten stabiel laat worden moet deze een waarde geven van 0,753 +/- 0.003 tolerantie. Als deze hierna afwijkt is het raadzaam je filter meteen te vervangen. Bij dagelijks gebruik van de meter met filters is het raadzaam om EVC21 filters maandelijks te vervangen, EVC18 minimaal iedere 3 maanden en een REDOX filter ieder half jaar. Dit staat los van optische controle. Als tijdens een optische controle al blijkt dat de filter vervuild is of met het meten afwijking constateert is vervanging de enige optie.
Neem contact op met onze SALES afdeling voor uitgebreid advies op het gebied van filters en de vervanging ervan.
5. Problemen bij kalibratie
Het kan voorkomen dat je op een probleem stuit tijdens het kalibreren. Hieronder vind je de meest voorkomende problemen én oplossingen:
- Aw- waarde blijft wijzigen;
Voor een juiste meting moet het kalibratiezout lang genoeg stabiliseren, laat het zout minimaal 45 minuten in de meter zitten.
- De ijkcurve wijkt af;
Als je de verkeerde waarde kiest, dan wijkt de ijkcurve af. Let altijd goed op dat je bij kalibratie het getal kiest van de SALT die in de meter zit. Vooral bij de 58 komt het voor dat de 53 als eerste keuze volgt. Mocht je deze per ongeluk toch gekozen hebben dan is het noodzakelijk deze waarde van 53 te verwijderen uit de meter ( CLR CAL POINT ) en daarna als nog de 58 te kalibreren. In veel gevallen duid dit al op een afwijking in de meetcel. (De LabMaster NEO selecteert automatisch de juiste waarde als je het kalibratiezout scant.) - RANGE ERROR / SENSOR NEARLY EXHAUSTED;
Als je deze melding krijgt, kan het zijn dat de meetcel defect is. Dit kun je controleren met een kalibratiestandaard. Plaatst de kalibratiestandaard in de meter en start de meting. Ook hier is het van belang te kalibreren ZONDER filter en ook te kijken naar de toestand van de SALT’s. Als een zout afwijkt, zal hij ook een afwijking kalibreren wat weer kan zorgen voor een verloop in de sensorhealth. Er zijn dus meerdere oorzaken en meerdere oplossingen. Blijft de meter een waarde die niet in de buurt van de kalibratiestandaard ligt of de melding terug komen, neem dan contact op met Pedak - Temperatuurverschil tussen de meter en zout is te groot;
Zorg ervoor dat de kalibratiestandaarden op zijn minst op kamertemperatuur opgeslagen zijn. Liefst op 25°C. Indien de Labtouch gekalibreerd word bij een omgevingstemperatuur hoger dan 25°C zal de melding Retarded temperature verschijnen en de meter niet goed te kalibreren zijn of heel lang duren. Je kunt in dit geval in het menu Temp Stabilty op OFF zetten. De Labtouch kan niet terug koelen wat de NEO wel kan, dus zal de omgevingstemperatuur altijd beneden de ingestelde temperatuur moeten liggen. - De meting van mijn sample duurt te lang.
Het kan voorkomen dat de duur van je meting erg lang is. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Hieronder een opsomming van de meest voorkomende oorzaken.- Sample is niet op kamertemperatuur; hierdoor kan condens ontstaan wat je sample beïnvloed.
- Monster bevat veel olie en is niet hygroscopisch; dit type samples hebben langere tijd nodig om te stabiliseren. Het is dus normaal dat het langer duurt.
- Maak je gebruik van een filter? Het kan zijn dat deze verzadigd is, haal het filter uit de meter en start de meting. Is de duur van je meting korter, dan is het filter toe aan vervanging.
- Je meet na elkaar samples met verschillende Aw-waarden; meet je een product met een lage Aw-waarde na een product met een hoge Aw-waarde, zorg er dan voor dat de meter even open staat om te voorkomen dat er condens ontstaat op je sample. Het is raadzaam om indien mogelijk te meten in oplopende Aw-waarden van laag naar hoog.
5. Gebruik van filters
In sommige gevallen is het verstandig gebruik te maken van een filter in je AW-meter.
De meetcel kan namelijk aangetast worden door bijvoorbeeld:
- Zuren
- Alcohol
- Vluchtige dampen
- Sterke aroma’s
Let op! Heb je samples met een alcoholpercentage van meer dan 0.5%, dan hebben wij een speciale meetcel. Onze specialist vertelt je er graag meer over.
Het vervangen van het filter
Ons advies is om het filter regelmatig te vervangen. De levensduur van het filter verschilt per gebruiker en de samples die je meet. Maar hoe weet je wanneer het filter toe is aan vervanging? Onze tips:
- Door een visuele inspectie;
Is er verkleuring en/of roest zichtbaar?
- Een sterk verloop van de kalibratiewaarde;
Dit kan een indicatie zijn dat het filter verzadigd is.
- Langere meetduur;
Als de meetduur langer is dan gebruikelijk, kan dat een teken zijn dat het filter verzadigd is. Dit kun je testen door te meten zonder filter, gaat dit veel sneller, dan is het filter toe aan vervanging.
Worden jouw vragen niet beantwoord op deze pagina? Dan horen we het graag via info@pedak.nl of +31 (0)475 497424